L.M. Tangel
In 1975 kocht Dik Hertzberger na lang zoeken een bouwval boven en langs de Binnendieze aan de Uilenburg in Den Bosch. Hij was een van de eersten die in dit vervallen deel van de binnenstad een huis opknapten.
En verzamelde ondertussen een bestelwagen vol archeologische vondsten. Dik Hertzberger (1929) heeft weleens 'jankend' op de steigers gestaan. "Dat ik dacht: dit komt echt nooit klaar. Ik heb vijf jaar over de restauratie van m'n huis gedaan. Het was dan ook helemaal niks, toen ik hier kwam. Maar ik wilde heel bewust een oud gebouw om te restaureren en in te gaan wonen. Ik was al eens met een schetsblok de verlaten pastorie van de Sint-Pieter binnengeslopen. Ook de indertijd leegstaande Hof van Zevenbergen aan de Keizerstraat ben ik zo maar in gelopen, zonder eerst toestemming te vragen. Ik wilde kijken wat ik daarvan kon maken. Zo zie ik het, zei ik dan tegen de gemeente, die eigenaar was. Er kunnen drie of vier woningen in." De half boven de Binnendieze gebouwde pandjes, waar Hertzberger ten slotte het oog op liet vallen, hoorden eeuwenlang bij het huis De Munt aan de Postelstraat. Daar zat toen een antiquair, die er aanvankelijk geen afstand van wilde doen. "Het was hier een verschrikking. Maar hij beschouwde de bouwval als een stuk antiek, terwijl ik wilde opknappen. Ik heb een halfjaar bij hem de deur platgelopen. Ik wilde, ik móest dit gebouw hebben." Dik Hertzberger kon uiteindelijk de pandjes kopen waar hij zijn zinnen op had gezet. Hij zou er twee woningen in maken, waarvan hij inmiddels één heeft verkocht. Maar eerst moest hij maar liefst vijf containers duiven stront naar buiten kruien. "De duiven vlogen je om de oren, het was echt ongelooflijk. Alles hier in de Uilenburg was trouwens bouwval, de restauratie van de Binnendieze was toen pas net begonnen." De hele wijk is opgeknapt, in het spoor van het herstel van de Binnendieze. Het toeval | 70 |
wil echter dat juist de togen onder het huis van Hertzberger niet zijn opgeknapt. "De stadsgidsen vertellen dat altijd als een sterk verhaal, de enige togen die niet gerestaureerd hoefden te worden. Ik denk dat ze zo sterk zijn omdat ze uit verschillende lagen zijn opgebouwd." De woning van Dik Hertzberger en zijn echtgenote Maya Cordang (1942) heet 'In de Klomp'. "Die naam heb ik het huis gegeven omdat buurtbewoners deze hoek van de Uilenburg, langs de Binnendieze, vóór de oorlog De Klomp noemden." Boven de bijna onooglijke voordeur aan Uilenburg 20 hangt een grote klomp. Erachter een halletje en twee ruimten, de vroegere stal en leefruimte, waarvan Hertzberger een verrassend grote woon- en eetkamer heeft gemaakt. De woonkamer is waar vroeger reeds het leefgedeelte moet zijn geweest. Pronkstuk is een bijna twee meter brede schouw met zandstenen zuiltjes en een dwarsbalk boven. "Die is nog helemaal zoals hij in 1611 bij de bouw van het huis is neergezet." Een grote en diepe beerput heeft Hertzberger uitgegraven en tot kelder omgebouwd. In de slaapkamers boven heeft alleen nieuw werk een verfje gekregen. De oude balken zijn, onbewerkt, in het zicht gehouden.MunthuisHertzberger vermoedt dat zijn woning vroeger deel uitmaakte van de werkplaats van De Munt aan de Postelstraat, en dat hier de munten werden geslagen, toen het pand aan de Postelstraat van 1614 tot 1626 in gebruik was als munthuis. "Hier had je tenslotte de Binnendieze, hier was altijd koel- en spoelwater aanwezig."Van de situatie aan het begin van de acht-tiende eeuw is iets bekend uit de in het Bossche Stadsarchief bewaarde inventaris van het bezit van de in 1704 overleden Josina Copes-Schade van Westrum, echtgenote van een zeventiende-eeuwse Bossche patriciër. De pandjes in de tuin van De Munt waren toen in gebruik als woon- en slaapkamer van een knecht, als washuis en als koetshuis. Hertzberger heeft het trapje vanuit het toenmalige washuis naar de Binnendieze steen voor steen onderzocht. "Er zijn vier lagen over elkaar gemetseld. Ik wilde dat weten, uit pure nieuwsgierigheid. Zo heb ik zelf alles hier in het pand tot de kern schoongemaakt voor de restauratie, opmetingen gedaan en de gewelven boven de Binnendieze verkend. Dat heeft me geleerd dat oude gebouwen met je praten. Ik voel me daar prettig in, ik ben een vent die er één mee wordt. Zo'n huis wordt een soort familielid van je." Hertzberger houdt van de stad en van 'het oude' zegt hij. "Ik heb in Vught achter de Ijzeren Man gewoond. Maar vrienden en kennissen zijn een soort luie dieren. Als je ver weg woont, moet je altijd iets afspreken, anders zie je niemand." DraagbalkDik Hertzberger doet het liefst alles zelf. "Ik heb in de textiel gewerkt, maar mijn hart zit bij bouwkunde. Ik heb mezelf opgeleid. Ik heb altijd waardering gehad voor het werk van ambachtslieden. Ik kan gerust een paar uur naar stratenmakers staan kijken. Als ik het gezien heb, kan ik het nadoen. Dat zit in het bloed." 'Heel bijzonder' in zijn huis vindt Dik Hertzberger de lange draagbalk die van voor naar achter loopt, boven de voor- en de achterkamer. "Het aardige is dat aan weerskanten van de tussenmuur twee sleutelstukken zitten, uit één stuk hout gezaagd. Maar dat in de toenmalige leefkamer is een stuk uitbundiger versierd dan dat in het stalgedeelte. En helemaal apart is dat het tweede sleutelstuk in de leefkamer één geheel is met de draagbalk. De verklaring is simpel: dit sleutelstuk kon samen met de balk uit de dikkere kant van de boom worden gezaagd, de onderkant dus. De balk is elf meter lang. Dat moet dus wel een enorme boom zijn geweest, van zeker 25 meter hoog."Bestelwagen volIn de woonkamer hebben Dik en Maya een vitrine met archeologische vondsten van eigen bodem. "Onder leiding van archeologen van de gemeente is hier meters diep gegraven. Alle zand ging door een zeef. En we hebben van alles gevonden: essayeerbakjes om het gehalte van goud in stukjes erts vast te stellen, een schep, een pijpaarden beeldje zonder hoofd, dat heel bijzonder schijnt te zijn. We hebben dertien munten, waarvan één gouden. Allemaal verloren geld, alles gevonden in de leefruimte. Hier moeten vroeger veel handelsmensen geweest zijn. In de beerput hebben we heel veel potwerk aangetroffen. Dat is allemaal naar de gemeente gegaan, een kleine bestelwagen vol." Maar de waardevolste snuisterijen blijven in huis. "Een prehistorische stenen pijlpunt, maar daarvan zeggen ze dat die uit middeleeuws ophogingszand moet zijn gekomen. Een gietmal voor musketkogels, een dobbelsteen - er is dus gedobbeld hier - kraaltjes en botten waaruit kralen zijn gemaakt." De kralen zijn vermoedelijk gebruikt voor rozenkransen, of paternoster-snoeren zoals ze in de Middeleeuwen genoemd werden. Hertzberger: "Het was altijd feest als we iets vonden. Als wij hier ooit weg gaan, moet dit allemaal hier blijven. Dit hoort bij het huis, het wordt onderdeel van het koopcontract." | 71 |
Geen beschrijving. |
1993 |
John VermulstIn de KlompKringNieuws 4 (1993) 5 |
|
2003 |
Wim HagemansIn de Klomp. Gebouwd in 1611Bossche Pracht 3 (2003) 70-71 |